Gibraltar.

26 december 2015 - Gibraltar, Gibraltar

Hallo allemaal,

La Linea de la Concepcion of kortweg La Linea is de plaats waar ik afgelopen 1,5 dag verbleven heb. Het is de grensplaats met Gibraltar waar nog een strenge controle aan de grens heerst voornamelijk door de Spanjaarden ook omdat sigaretten, drank e.d. goedkoop zijn in Gibraltar. Maar altijd moet je je paspoort laten zien als je van Spanje naar Gibraltar gaat en visa versa. Toen wij – Annie en ik- hier in 1986 aan de grens stonden werden we niet toegelaten omdat alleen de Spanjaarden die in Gibraltar werkten toegelaten werden.

 ‘Nog liever dood dan bij Spanje te horen’, zeggen ze in Gibraltar. Op twee procent na is de bevolking van deze, ver van Engeland liggende, rots tegen meer aansluiting bij Spanje. Op internet vindt je over en weer hatelijkheden door zowel Spanjaarden als Engelsen.

In de fletse straten van de Engelse kroonkolonie aan de voet van een onverzettelijke rots, hoor je evenveel Spaans als Engels spreken. Toch is Gibraltar fysiek en historisch onlosmakelijk verbonden met het Iberisch Schiereiland. Deze tweespalt lijkt zich gek genoeg te vertalen in een verwaarloosd uiterlijk. Alsof het stadje na vele eeuwen van militair belang door de rest van de wereld vergeten is en niemand zich nog echt druk maakt om het wel en wee van de 28.000 inwoners en van de 240 Berberapen op de rots.

Op 18 september 2006 zetten Spanje, Gibraltar en het Verenigd Koninkrijk een handtekening onder wat alle media als ‘historisch akkoord’ bestempelden. Een akkoord met zowel praktische als symbolische betekenis. Praktisch omdat het leven van de Gibraltarezen hiermee makkelijk werd en symbolische omdat Londen en Madrid voor het eerst in een niet-vijandige sfeer over de betwiste rots spraken. Uiteindelijk vindt Spanje nog steeds dat de Britten Gibraltar moeten teruggeven terwijl de Gibraltarezen nog steeds Spaanse (gedeelde) soevereiniteit onbespreekbaar vinden.

De huidige toenadering is echter te danken aan het besluit van de Spaanse overheid om de wezenlijke eis over teruggave van de rots te scheiden van de dagelijkse, praktische problematiek. Zo erkende Spanje eindelijk het vliegveld van Gibraltar en stelde ‘roaming’ faciliteiten voor mobiele telefonie in werking en legde meer vaste telefonielijnen aan. De Spanjaarden hadden als winst dat de Britse regering miljoenen euro’s zou bijdragen aan de opwaardering van de pensioenen van voormalige Spaanse werknemers in Gibraltar. Volgens de Spaanse autoriteiten draaide het allemaal om een stuk land dat in 1704 door de Britten met hulp van de Nederlanders van Spanje werd afgepakt. Nu zou niemand meer met zoiets akkoord gaan. Lastig is dat er een 21e eeuwse oplossing gevonden moet worden voor een 18de eeuws probleem.

Dat Gibraltar feitelijk altijd een probleem voor Europa was, bewijzen de tientallen militaire getuigenissen op het eiland. In totaal werd de rots op het kleine schiereiland maar liefst veertien keer belegerd. De laatste was ‘Het Grote Beleg’ aan het einde van de 18de eeuw.

Spaanse en Franse troepen ondernamen een poging om de rots weer van de Britten - op dat moment druk met de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog – af te pakken. Ondanks hun gebrek aan focus overleefden de Britten de zware aanvallen op hun grond.

Dit deden ze grotendeels vanuit de ingewanden van de rots. De Britten hakten aan de noordzijde een enorm gangenstelsel uit, waarin zijn konden schuilen en van waaruit zij door gaten in de wand hun aanvallers konden bestoken met kanonskogels.

Na drie jaar wisten de Engelsen te zegevieren. Het gangenstelsel, nu bekend als de Great Siege Tunnels werd binnen drie jaar gebouwd en is nog steeds te bezichtigen.

Anderhalve eeuw later zag Gibraltar zich opnieuw omringd door vijanden. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog leek een aanval op de rots onvermijdelijk. Winston Churchill en de Britse militaire leiding besloten het gangenstelsel in de rots uit te breiden en zo werd de rots opnieuw een onneembare vesting. Belangstellenden kunnen sinds 2005 hun eigen voetstappen over die van Churchill en De Gaulle leggen om zo een levendige wandeling door de geschiedenis te maken. De tunnels beslaan in totaal ongeveer 48 kilometer.

Naast dit indrukwekkende militaire erfstuk ligt de rots vol met enorme kanonnen en diverse verdedigingswerken in de haven. Het Gibraltar Museum is een goede plek om een bezoek aan de stad mee te beginnen. Zo’n beetje alles wat bekend is over de culturele en natuurlijke geschiedenis is hier te vinden.

Bovenop de rots ligt het natuurgebied Upper Rock Nature Reserve. Ook al komen de meeste bezoekers volgens de parkwachter enkel naar boven om ‘aapjes te kijken’, de rots biedt voldoende interessants om er minstens een halve dag op door te brengen.

Een wandeling van de top naar de grotten en dan naar de Great Siege Tunnels biedt spectaculaire vergezichten over de baai van Algeciras, Marokko, de Costa del Sol en Gibraltar zelf.

De rots wordt niet alleen ‘hol’ genoemd doordat verdedigingsgezinde mensenhanden eraan hebben gezeten, ook de natuur hielp een handje.

Op een hoogte van driehonderd meter ligt St. Michael’s Cave. Deze miniversie van de beroemde grotten van Nerja hangt en staat vol met kleurig rood en groen verlichte stalactieten en stalagmieten. Hier werden zelfs bewijzen gevonden van de aanwezigheid van Neanderthalers al rond 40.000 v. Chr.

Het reservaat is te bereiken per kabelbaan, per taxi of te voet. Ik ben met de kabelbaan naar de top gegaan. Dit kost 17 euro per persoon boven de 65 jaar. Vanuit de cabine verandert Gibraltar al snel in een soort Madurodam aan mijn voeten. Het zicht op Afrika is vandaag niet al te best,  containerschepen liggen als rupsen in de zilver oplichtende zee te wachten tot ze zich van hun vracht mogen ontdoen in de haven van Algeciras.

Als ik boven uitstap, zie ik meteen dat de apen zitten te ontbijten. Ze hebben net hun eten gekregen en laten mij dan ook met rust.

Deze Makaken -  oorspronkelijk uit Marokko en Algerije -  heersen zogezegd over de rots, die ook wel apenrots genoemd wordt. Het zijn er steeds meer en ondanks dat ze goed te eten krijgen, zijn ze liever lui dan moe en wachten met succes op bezoekers die het leuk vinden om de beesten hun spul te laten stelen. Op het voeren van de apen staat een hoge boete, maar wie meelij met ze heeft, stopt iets eetbaars op een zichtbare plek in jas of tas of houdt het gewoon in zijn hand.

De apen draaien er hun hand niet voor om en grissen bloedsnel alles wat hen interessant lijkt (ook portefuilles!) uit je handen of tas. Voor je het weet zitten ze je dan met buit en al schaapachtig vanaf het dak aan te grimassen. Schrik niet als een aap je schouders als tussenstop gebruikt om van plaats te veranderen. Hoe aandoenlijk ze er ook uitzien, elkaar vlooiend of met een baby op schoot, ze zijn behoorlijk agressief. Het blijven semi wilde dieren, dus oppassen en ‘kijken, niet aanraken’ is het devies. De apen zijn eigenlijk gewoon een beetje verwend omdat er op en rond de rots een – ooit door Churchill gevoed – bijgeloof bestaat dat zolang er nog apen op de rots leven, Gibraltar bij Engeland zal horen. Zodoende worden de beesten erg goed verzorgd en beschermd.

Op de rots ziet alles wat door mensen is aangebracht er, net als ik later beneden zal constateren, vervallen uit. Resten van gebouwen, waar de apen in verblijven. Afgebladderd pleisterwerk, vuilnis in de berm en ook de natuur zelf lijkt hier wat neerslachtig.

Het uitzicht is langs de hele route echter schitterend. De lucht contrasteert met de zilveren golven en de Afrikaanse kust was niet te zien  toen ik er was.

Het is onmogelijk om voorbij te gaan aan het verwaarloosde, verpauperde uiterlijk van Gibraltar. Gebouwen lijken op huurkazernes. Muren smeken om een verfbeurt en zijn behangen met rommelige elektriciteitskabels. Gordijnen, luxaflexen, kozijnen, alles lijkt verroest of vies te zijn, scheef te hangen of niet tegen weersinvloeden bestand te zijn.

Alleen Main Street en de straatjes er omheen zien er opgeknapt en fris uit. Hier wisselen horlogewinkels, parfumerieën, juweliers en winkels met tabak en drank of digitale snuisterijen elkaar af.

Voor Britten is het hier nog wel goedkoop. Voor Spanjaarden is alles in Gibraltar zelfs duurder dan in hun eigen land. De Gibraltar pond en het Engelse pond zijn evenveel waard.

Het stadsplein, waar je vanaf de grens bijna automatisch op belandt, bevindt zich in wat vanuit Spaanse tijden het oude centrum wordt genoemd. Dit gedeelte ziet er aardig uit, te midden van oude gerenoveerde panden en dikke stadsmuren. Maar ook hier is alles volgebouwd met terrassen. Op 1e kerstdag wilde ik in een van weinige winkels die open waren een café con leche met een stukje gebak bestellen. Ik wilde betalen met een briefje van 50 euro en vroeg gelukkig vooraf of ik euro’s terug kreeg. Dit bleek niet het geval te zijn omdat ik in Gibraltese ponden terug kreeg. Dus toen heb ik de koffie maar uitgesteld tot ik terug was in La Linea.

Wat wel ietwat bevreemdend op de zintuigen werkt, zijn de agenten met bolle, fluwelen caps, de typisch roodgekleurde Engelse telefooncellen en de dubbeldeksbussen in het straatbeeld.

Als ik vanmiddag in de bus richting de grens zit, blijkt er een vliegtuig te vertrekken vanaf het luchthaventje. Een grote slagboom sluit de weg af en voor alle zekerheid leggen ze ook nog een spijkermat over de weg. Het gevolg is dat Gibraltar een kwartier van de buitenwereld is afgesloten met grote opstoppingen aan beide kanten van de grens tot gevolg. De startbaan en de toegangsweg vanaf de grens kruisen elkaar namelijk. Met donderend geraas stijgt de kist vlak voor mijn neus op en koerst naar onbekende oorden. Even later rijdt de bus midden over de startbaan. Een aparte ervaring. Maar er lijkt verandering op komst te zijn. Men is doende om aan het einde van de startbaan aan de kant van de Middenlandse zee dus niet aan de kant van de baai, een tunnel aan te leggen onder de startbaan door.

Gibraltar heeft cultuurhistorisch gezien erg veel bezienswaardigs en het stadje is, ondanks het verlopen uiterlijk, door de bijzondere ligging, de vreemde mengeling van taal en cultuur zeker de moeite waard om te bezoeken.

Euro’s worden geaccepteerd als betaalmiddel, dus je hoeft geen ponden te gaan wisselen maar zoals gezegd het wisselgeld krijg je als ponden terug. Het is raadzaam om de auto in La Linea te parkeren op een grote parkeerplaats met een hoog hek en dag en nacht bewaking. Hier heb ik overnacht, kosten 18 euro. Er is wel een toilet maar verder geen voorzieningen. Net over de grens, vertrekken elke tien minuten bussen alle kanten op ( lijn 5), kosten 3 euro voor een retourtje en staan vele taxi’s klaar om je rond te leiden. Voor iedereen met een normale conditie is alles beloopbaar.

Groeten, Loe.

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s

7 Reacties

  1. William:
    26 december 2015
    Hoi Loe
    Weer een stukje geschiedenis erbij een mens
    Is nooit te oud om te leren goeie reis
    Zus en William
  2. John janssen:
    27 december 2015
    Hoi Loe,

    Het is toch een aparte ervaring om er rond te lopen.
    De kabelbaan was niet echt mijn "ding".

    Groeten.
  3. Wim en rikie:
    27 december 2015
    hallo prof Leo
    een goed college. We herkennen( na onze reis naar Gibraltar) heel veel van de dingen die je verteld. Het is toch wel genieten voor jou. We zullen het er nog wel eens over hebben als Hans verjaardagfeest geeft.
    groet Wim (en uiteraard ook van Rikie
  4. Fer en Karin Haine:
    27 december 2015
    Ha Loe
    Leuk reisverslag en mooie foto's van op Gibraltar.
    fer en ik wens je een fijne jaarwisseling,en een gezond en een gelukkig 2016.

    Groetjes van Fer en Karin
  5. Aad en Yvonne:
    27 december 2015
    Weer een nieuwe ervaring. Leuk om iedere keer weer een stuk geschiedenis mee te krijgen. Nu op weg naar PortugalA @ Y
  6. Jan en Kitty van der Valk:
    31 december 2015
    Dit is geen reactie maar een wens n.l. prettige jaarwisseling en een goed nieuw jaar .
  7. Annie en Giel Moonen:
    2 januari 2016
    Hoi Loe
    GELUKKIG NIEUWJAAR
    Veel reis plezier en gezond weer terug straks
    Het is een hele ervaring mee te reizen
    mooi leuk
    groetjes Annie en Giel